Vreemdganger in de Voskuil – Een zedendelict uit 1680

Een jong meisje, een heimelijke relatie, en een vluchtige dader. In de luwte van het Hattemse platteland ontvouwde zich in 1680 een schandaal dat de grenzen van zedelijkheid en recht tartte. Wat begon als een stille affaire, groeide uit tot een zaak voor het gerecht – compleet met verhoor, vluchten en vergelding.

📜 Dit verhaal maakt deel uit van de historische blogreeks In de schaduw van het schavot, waarin we vergeten misdaden en hun nasleep reconstrueren op basis van eeuwenoude archiefstukken.

Voor het gericht van Hattem verschijnt in het voorjaar van 1681 een jong meisje: Jannetien Henricksen, slechts zestien lentes jong. Mogelijk zitten haar ouders zwijgend naast haar, steunend in wat ongetwijfeld een aangrijpend moment is. Jannetien vertelt haar verhaal – een verhaal dat begint op Paaszondag van het jaar 1680, toen ze haar intrek nam als dienstmeisje bij Jan Bartholdts in de Voskuil, een buurtschap net buiten Hattem.

Jan’s vrouw was die dagen afwezig – naar het verre Münsterland gereisd om Pasen te vieren, en misschien wat langer weg te blijven. Het huis was stil. Terwijl Jan bij het haardvuur zat, lurkend aan zijn pijp en nippend van een drankje, trok Jannetien zich terug om te slapen. Maar de stilte van de avond zou spoedig plaatsmaken voor een ontluisterende scène.

Want Jan, die zich in zijn eentje heer en meester waande over huis én dienstmeid, kroop in de nacht naakt bij haar in bed. Hij stelde haar gerust, zo verklaarde ze later, en beloofde dat hij zou zorgen dat ze niet zwanger zou raken. Bovendien, zo voegde hij eraan toe, zou hij haar tot zijn schoondochter maken — hij beloofde haar uit te huwelijken aan zijn zoon.

Wat volgt is een onthutsend patroon. In de maanden daarna kwamen Jan en Jannetien, zoals zij het zelf formuleerde, “van tijt tot tijt tot verscheijdene vleijschelijke conversatie tot haer swanger worden toe.”

Kruidengeneeskunst als stille oplossing

Toen Jan’s vrouw lucht kreeg van de escapades van haar man, besloten ze samen op te treden. Jan begaf zich naar een apotheek, vermoedelijk in Hattem, en vroeg om kruiden: spansgroen, sevenboom (Juniperus sabina) en wranckruijt (waarschijnlijk longkruid). Aan de apotheker zei hij dat het diende “om het natuijrlijck menstruum wederom t’ erlangen hebben ingegeven”.

De kruiden werden Jannetien in drank toegediend, met het oogmerk “tot affsettinghe van vrucht” – een poging om de zwangerschap heimelijk te beëindigen. Toen dat niet bleek te werken, bood Jan haar “een wagen met twee peerden offte een hondert guldens” aan, als zij het kind elders zou onderbrengen.

Of hij daarmee bedoelde het kind zelf groot te brengen of het vondeling te leggen, bleef onduidelijk.

Op de vlucht – als de schout lucht krijgt van het schandaal

Toen het niet langer verborgen kon blijven dat Jannetien zwanger was, werd schout Willem van Haersolte ingelicht. Hij ondervroeg haar op 19 april 1681. Zij verklaarde dat zij “noijt voor offte nae ijemant anders als hem Jan Bartholdts vleijschelijk bekent te hebben, sullende oock in haer baerens noot niemant anders als den selven het kindt geven en opdragen, gelijck oock haer leven lanck oijt eenighe andere verclaeringhe sall worden gedaen.”

Van Haersolte wilde ook Jan horen, maar die was gevlucht. Op 21 april 1681 schreef hij aan de Edele Mogende Heren:

“Seecker Jan Bartholdts wonende in mijnen scholtampte tot Wesop sigh hebbende onderstaen, met sijne dienstmaeght oudt in de sestiende jaeren echtbraacke te begaen en d’ selve te beswangeren gelijck hetselve notoir en kennelijck is.”

Hij vroeg om hun advies over een passende straf, mocht Jan terugkeren.

Arrest en terugkeer

Intussen was Jan gevlucht naar Kampen, waar hij in dienst trad bij het regiment van de graaf van Nassau. Van Haersolte kreeg hem niet voor het gerecht, maar ondernam wel actie: op 20 april 1681 werd beslag gelegd op zijn goederen:

“Henrick Kolthoff heeft gegichtet, dat hij uijt last en naeme van Heer Scholtis Haersolte, als officier heefft in arrest genomen alsodaene gerede goederen, als Jan Bartholdts tot Wesop berustende heeft.”

Toch keerde Jan terug. Op 18 februari 1682 verscheen hij alsnog voor het gerecht in Hattem. Hij kreeg een boete van vijftig herenponden – zo’n 125 gulden – en stelde zijn bezittingen als onderpand. De helft zou hij betalen “op St. Jans in de midzomer”, de andere helft “met midwinter”.

Een man met meer geheimen

Jan Bartholdts, ook wel Bartels genoemd, woonde met zijn vrouw Elsien Henricks aan de Voskuilerdijk. In 1671, 1681 en 1682 stonden zij met drie personen genoteerd in het hoofdgeldkohier. Of het kind van Jannetien dat derde gezinslid was, blijft een open vraag.

Opvallend is de vermelding van een doop op 9 april 1673: “Jan Bartels dochter Maaij een onech kind – Margarietjen.” Was dit een ongehuwde dochter van Jan, of wederom een buitenechtelijk kind dat als dochter van hemzelf geregistreerd werd?

In de nabije Duivendans woonde Gerrit Bartels, vermoedelijk zijn broer. Hun familie had mogelijk banden met het Wezeper geslacht van Ommen.

Op 9 mei 1690 leenden Jan en Elsien 180 gulden, met hun huis en land aan de Voskuilerdijk als onderpand. Elsien stierf vóór 21 maart 1695, toen de begrafenis werd geregistreerd: “Jan Bartels sijn vrouwe op de kerckhof begraeven.” Jan zelf volgde in het voorjaar van 1697: “Jan Bartels uit de Foskkule op de kerckhof begraven.”

Op 18 juli van dat jaar werd het erfhuis verdeeld door zijn zoon Hendrick Jans en schoonzoon Jan Egberts, onder toezicht van twee borgen.


Bronnen:
ORA Hattem, Criminele Rechtspraak 1628 – 1713, inv. 2.
ORA Hattem, Gerichtssignaat van het Scholtambt Hattem 1661 – 1712, inv. 2.
Gelders Archief Hattem, Doopboek – Nederduits Gereformeerde gem. 1634-1695, inv. 0176 849.
Kerkrekeningen Hattem 1694 – 1695, inv.614.
Kerkrekeningen Hattem 1697 – 1698, inv 617.
Kohier van hoofdgeld Hattem 1671, inv773h.
Transcriptie & tekst: J.M. Goudbeek

Dit is slechts één van de vele vergeten verhalen die verscholen liggen in de archieven van onze steden en dorpen. Verhalen waarin gewone mensen betrokken raakten bij ongewone, soms gruwelijke gebeurtenissen.

Wat er écht gebeurde in de Voskuil? De bronnen fluisteren, maar geven hun geheimen nooit volledig prijs.

📖 In de volgende aflevering van deze serie duiken we opnieuw in de archieven op zoek naar waarheid, gerechtigheid – of juist het gebrek daaraan.

🔔 Wil je op de hoogte blijven van nieuwe verhalen? Volg de serie In de schaduw van het schavot en ontdek wat het verleden ons nog steeds te vertellen heeft.

Join the discussion...

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *