Wat begon als een gewone middag eindigde met bloed op de vloer en een hoofd op het hakblok.
het is Paasmaandag, 10 april 1615. De mensen in Nunspeet hebben de kerk bezocht, en zoals gebruikelijk in die tijd, zoekt men daarna wat vertier in de herberg. Bier vloeit, tongen raken los, en oude vetes worden opgehaald. In de herberg van Gerrit ten Holte zit een bont gezelschap bij elkaar: hooiers, dagloners, jongens van het veld. Ze drinken, lachen, mopperen. Maar dan knalt er ineens een bierkroes door de lucht – en wat volgt is moord.
Welkom in het ware verhaal van Jan Cornelissen Muijs, een jonge kerel van 22 uit Harderwijk, die op een zonnige middag zijn leven in een paar tellen volledig vergooide.
🥴 De sfeer wordt grimmig
Het begon allemaal vrij onschuldig. Een groep mannen verzamelde zich in de herberg aan de rand van Nunspeet. Een kan bier ging rond, misschien wel meerdere. Rond twee uur ‘s middags sloegen de stoppen door. Drees Willems, een Nunspeetse dorpsgenoot, kreeg ruzie met Rende Egberts van Hierden. Boze woorden, geschreeuw – en toen vloog er ineens een bierkan door de kamer. Rende wilde zijn mes trekken, maar herbergier Gerrit greep in en zette hem de kamer uit. Iedereen dacht dat het wel gesust was.
Maar toen…
🗡️ De fatale steek
Toenis Gerritsen Vosch, die blijkbaar ook in de war was geraakt van al dat gedoe, gooide een tinnen kan richting Rende. Misschien wilde hij Drees helpen, of zich gewoon met de ruzie bemoeien. Niemand weet precies waarom. Maar ineens – vanuit het niets – trok Jan Cornelissen Muijs zijn mes.
Zonder een woord te zeggen stak hij Toenis recht in de borst. Eén rake steek. Dodelijk.
Volgens meerdere getuigen viel Toenis bij een stoel neer en stierf hij vrijwel meteen. De herbergier en een andere man probeerden hem nog te helpen – legden hem op een stoel, openden zijn wambuis om het bloeden te stoppen – maar het was te laat. Jan liep zwijgend de kamer uit. Weg.
🚶♂️ Op de vlucht
En Jan? Die dook onder. Acht weken op Kampereiland, drie weken in Kamperveen. Hij werkte wat, zocht zijn vrouw op (hij was net een maand getrouwd), en bleef daarna schuilen op de Veluwe. Maar de lange arm van de schout reikte ver.
Toen hij uiteindelijk werd gearresteerd, biechtte hij alles op: hij had Toenis gestoken, ja. Niet omdat Toenis hem iets had aangedaan – hij wilde gewoon zijn maat Rende bijstaan. Ze hadden immers samen gehooid, die twee. Broederschap, weet je wel.
Maar Jan had geen goede reputatie. In 1613 had hij al gevochten met ene Jan Pannekoek. In 1614 verwondde hij Brant Henrickx met een mes in het been. En nu had hij iemand vermoord. Geen bezit, geen geld om schadevergoeding te betalen – en dus bleef er maar één optie over volgens het gerecht:
⚔️ De doodstraf
Jan Cornelissen Muijs werd met het zwaard geëxecuteerd, ergens in 1616, op de Veluwe. Geen marteling, geen rad – maar het zwaard, een straf die in die tijd nog gold als “eerbaar”, maar altijd definitief.
💔 En zijn vrouw?
Zijn jonge vrouw, Mette Gerrits, zat intussen met de gebakken peren. Ze droeg haar erfdeel in Hierden over aan haar moeder en zus, waarschijnlijk om schulden af te betalen of om schadevergoeding te regelen voor de familie van Toenis. Ze deed het zwijgend, zonder te vermelden dat haar man gearresteerd was. Schaamte? Angst? Of simpelweg hoop op een nieuwe start?
Wie zal het zeggen.
📚 Naschrift voor nieuwsgierige lezers
Wat deze geschiedenis zo bijzonder maakt, is hoe dichtbij het voelt. De emoties, de impulsieve actie, het verlies – het had gisteren kunnen gebeuren. En dankzij de bewaarde archieven – verklaringen van ooggetuigen, bekentenissen, en gerechtelijke documenten – kunnen we het verhaal vandaag opnieuw vertellen.
Een steek in een herberg, een dode op Paasmaandag, en een jonge dader die net te laat tot inkeer kwam.
Wil je meer van dit soort waargebeurde verhalen uit het verleden lezen? Houd dan deze blog in de gaten voor nieuwe afleveringen vol vechtpartijen, eerconflicten, beulen, en verborgen familiegeheimen uit de archieven van Nederland.
Meer informatie en transcriptie zijn te vinden in deze PDF
