Anna Jans en de Schandsteen – een diefstal en publieke vernedering in 1617

Het is een stille septemberavond in het jaar 1617 in het oude stadje Hattem. Het gaat over Anna Janss van Embrick, weduwe afkomstig uit Emmerik waar ze woonachtig was in de Oliestraat direct naast Jan Tonissen. Haar overleden man, een bomesyde wercker – een textielbewerker die werkte met een glanzende katoenstof die op zijde leek – is gestorven aan de pest. In de stad Hattem waar ze verblijft en waar roddel sneller reist dan postduiven, zoekt Anna kennelijk troost of avontuur. Of allebei.

Wat doet Anna?

Op een avond begeeft zij zich heimelijk – zo staat het letterlijk opgeschreven – naar het huis van Willem Gerritsen. En dat is niet zomaar een buurtonthaal met koffie en koek. Nee, midden in de nacht opent ze een kist in het huis van Willems vrouw en haalt daaruit een rok en een paar mouwen. Geen wapens, geen goud – maar kleding. Misschien mooi, misschien nodig, misschien beiden. Feit is: Anna wordt betrapt.

En dan begint het formele circus.

Anna komt in apprehensie – een deftige 17e-eeuwse manier om te zeggen: ze wordt gearresteerd. En na een grondiger ondervraging, zoals de gerichtssignaten zeggen, volgt haar straf: het dragen van de schandsteen, gevolgd door verbanning uit de stad én uit het stadsgebied.

Wat is in vredesnaam een schandsteen?

In Hattem (en elders in de Nederlanden) betekende “de steen dragen” letterlijk dat je een zware, met een ketting aan het lichaam bevestigde schandsteen moest meetorsen. De veroordeelde werd daarmee door de stad geleid, meestal onder begeleiding van een gerechtsdienaar, langs de drukste straten en pleinen – en niet zelden op marktdagen, wanneer er veel mensen waren om het schouwspel te zien.

Het was een vorm van lopende schande: zichtbaar voor iedereen, met een logge steen als symbool van je misdaad. Omstanders mochten je uitlachten, uitschelden of bekogelen met wat ze voorhanden hadden. Rot fruit bijvoorbeeld. Schaamte als straf, dat was het idee.

De schandsteen was bedoeld voor ‘lichte’ vergrijpen: diefstal, vechtpartijen, openbare dronkenschap. Dingen die de sociale orde verstoorden, maar geen galg vereisten. Het doel was niet alleen straf, maar ook afschrikking.

Waarom is dit zo bijzonder?

Het verhaal van Anna Jans is een klein venster op een grotere wereld. Een wereld waarin armoede, rouw, kleding en eer met elkaar verstrengeld waren. Een wereld waarin een vrouw in nood misschien uit wanhoop een rok stal – en vervolgens publiekelijk werd vernederd.

Actum den 19en Septembris 1617

Het vonnis wordt officieel uitgesproken op 19 september 1617, voor de Hattemse autoriteiten Huessen en Schrassert. Daarna moet Anna de stad verlaten. Ze wordt verbannen uit Hattem en het bijbehorende vrije gebied – letterlijk en figuurlijk buitengesloten.

Wat er daarna met haar gebeurt, weten we niet. Is ze opgevangen door familie? Heeft ze ergens anders een nieuw bestaan opgebouwd? Het blijft gissen. Maar wat we wél weten, is dat deze ene daad haar naam in de geschiedenis achterliet – als hoofdrolspeelster in een klein, menselijk drama.

Condemnatie van de Steen te dragen over Anna Janss van Embrick. Also Anna Janss van Embrick, getrouwt geweest synde aen een bomesyde wercker die aende pest is gestorven, gewoont Inde Olijstraet t’ Embrick aller naest Jan Tonissen sich heeft gelusten laten by den avont te begeven heymelick ten huijse van Willem Gerritsen, ende des nachts vuijt syn kist syns vrouwen rock ende een paer mouwen te haelen, so ist dat de gedachte Anna daer over is commen in apprehensie, ende naer vlietiger examinatien is gecondemneert de Steen te dragen, ende voorts vuijtte Stadt ende des Stadts vrijeheijt gebannen Actum coram huessen ende Schrassert den 19en. Sept. 1617. Bron: Oud-archief Hattem, Gerichtssignaat, 1617-1623, inv. 27.

Middeleeuwse vrouw met schandstenen om haar nek staat voor de kerk, omringd door een joelende menigte; geschilderd in olieverfstijl.

Join the discussion...

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *